Het branden van kaarsen is gezellig maar nooit zonder gevaar. Daarom is oplettendheid altijd vereist. Wij geven je graag tips om veilig kaarsen te branden.

  • Kaarsen moeten stevig in een kandelaar staan. Als deze een beetje wiebelt, zorg naar voor extra versteviging.
  • Een kandelaar moet altijd van niet brandbaar materiaal zijn.
  • Kaarsen moeten recht staan, anders drupt het gesmolten kaarsvet eruit en kan de kaars gaan walmen.
  • Zorg dat kinderen en huisdieren niet bij de kaars kunnen komen. Niet met grijpgrage handjes of met kwispelende staarten.
  • Houdt altijd 10cm afstand tussen kaarsen. Anders verhitten de kaarsen elkaar en kunnen ze daardoor gaan smelten.
  • Zet kaarsen nooit op de tocht om te voorkomen dat de kaars gaat druipen of walmen.
  • Zet een kaars nooit bij andere warmtebronnen zoals een open haard, een TV, een verwarming, etc.
  • Plaats een kaars nooit bij gordijnen, papier, droogbloemen, kerststukjes of andere brandbare materialen.
  • Plaats een kaars nooit in de volle zon. Ook hiervan kan de kaars smelten of verkleuren.