Brandende kaarsen, let altijd goed op!
Het branden van kaarsen is gezellig maar nooit zonder gevaar. Daarom is oplettendheid altijd vereist. Wij geven je graag tips om veilig kaarsen te branden.
- Kaarsen moeten stevig in een kandelaar staan. Als deze een beetje wiebelt, zorg naar voor extra versteviging.
- Een kandelaar moet altijd van niet brandbaar materiaal zijn.
- Kaarsen moeten recht staan, anders drupt het gesmolten kaarsvet eruit en kan de kaars gaan walmen.
- Zorg dat kinderen en huisdieren niet bij de kaars kunnen komen. Niet met grijpgrage handjes of met kwispelende staarten.
- Houdt altijd 10cm afstand tussen kaarsen. Anders verhitten de kaarsen elkaar en kunnen ze daardoor gaan smelten.
- Zet kaarsen nooit op de tocht om te voorkomen dat de kaars gaat druipen of walmen.
- Zet een kaars nooit bij andere warmtebronnen zoals een open haard, een TV, een verwarming, etc.
- Plaats een kaars nooit bij gordijnen, papier, droogbloemen, kerststukjes of andere brandbare materialen.
- Plaats een kaars nooit in de volle zon. Ook hiervan kan de kaars smelten of verkleuren.